Winkelwagen

Geen producten in de winkelwagen.

Amsterdam door de lens van fotograaf Gosse Bouma

In het koffietafelboek ‘A New Light on Amsterdam’ deelt Gosse Bouma zijn unieke kijk op Amsterdam. De bekroonde fotograaf werkt uitsluitend met natuurlijk licht en schildert een uniek en krachtig portret van de stad waar hij zoveel van houdt.

In zijn eerste fotoboek maakt Bouma een visuele reis door de hoofdstad van Nederland en creëert hij serene stadsgezichten met een vleugje melancholie – van de geplaveide bruggen en diverse gevels tot de schilderachtige kades en smalle steegjes. Zijn werk weerspiegelt een diepe eerbied voor het verleden en het heden van de stad, een dialoog tussen gloed en somberheid, geschiedenis en moderniteit – een stad in een nieuw licht.

Als je naar laatmiddeleeuwse kaarten van Amsterdam kijkt, lijkt het bijna alsof je naar een open schelp kijkt die aan de oever is aangespoeld, met de Amstel die erdoorheen stroomt. De weinige straten van de stad spreiden zich uit als de ribben van de schelp, waarbij ze het water omarmen dat door het hart van de stad stroomt. Lage houten huisjes, bescheiden in hun opzet, zijn met elkaar verbonden door kleine bruggetjes. Het is een vogelperspectief op een stad die nog niet wordt gekenmerkt door de imposante grachtenpanden die later de concentrische ringen rond de stad zouden sieren. Tegenwoordig staat dat gebied bekend als de Grachtengordel en trekt het jaarlijks miljoenen bezoekers. In scherp contrast met het moderne stadsbeeld, bieden deze kaarten een glimp van de nederige oorsprong van de stad.

“Op een vroege ochtend stuitte ik met mijn camera op een stad gehuld in een dikke mist. Er was een rust, een intimiteit bijna – die je nauwelijks tegenkomt in een druk centrum als Amsterdam.”

Amsterdam, dat niet uit vruchtbare velden, maar uit de moerassige wetlands van de Amstel is ontstaan, heeft een ongebruikelijke en opmerkelijke basis. In de 12e eeuw reageerden vastberaden kolonisten op de voortdurende dreiging van overstromingen door complexe netwerken van dammen en dijken op te richten, waarmee ze een delicate balans tussen land en water creëerden. Hier, waar cultiveren een verre droom was, sloegen ze houten palen diep in de onstabiele grond om een stevige ondergrond te creëren voor toekomstige grandeur. Door eeuwen van volharding werden deze vroege inspanningen omgezet in een bruisende stad die Amsterdam vandaag de dag is. Het is alsof een mantel van oudheid over het heden is geworpen, die uitnodigt tot romantische overpeinzingen over het verleden te midden van de hedendaagse drukte.

Verscheidene eeuwen later is deze binnenkern van de stad, samen met de omliggende grachten, het jachtterrein geworden van autodidactische fotograaf Gosse Bouma. In een bijna koortsachtige poging om de schoonheid van de stad vast te leggen, besloot hij zo’n vijf jaar geleden om vóór zonsopgang op te staan en in stilte op ontdekkingstocht te gaan. Al snel ontwikkelde zich een strikt ritueel: na het opstaan fietste hij rond, op zoek naar iets waar hij nog niet zeker van was. Evenzo trok hij de stad in net voor de schemering om de overgang van het ‘gouden uur’ – wanneer alles baadt in een rijke, verzadigde licht – naar het ‘blauwe uur’ vast te leggen: het moment net na zonsondergang wanneer het zachte, diffuse licht een droomachtige kwaliteit verleent aan stedelijke landschappen. Na dit niet slechts één of twee keer te hebben herhaald, maar wel zo’n 40 keer, stuitte hij op een tafereel dat de basis zou vormen voor zijn toekomstige fotografie-activiteiten.

“Sommige mensen zien een zekere somberheid in mijn werk, maar ik zie dat anders. Als fotograaf vind ik troost in het vastleggen van scènes bij zonsopgang en zonsondergang. Er zit een zachte geruststelling in repetitieve momenten, die laten zien dat het leven cyclisch is en er altijd weer een nieuwe dageraad is.”

“Het was een van die vroege ochtenden waarin ik weer door de stad fietste, op zoek naar die zeldzame momenten om vast te leggen – zonder precies te weten waarnaar ik zocht. Ik had die exacte volgorde herhaald toen ik ineens de stad gehuld vond in een mist zo dik dat het de buitenste lijnen van mijn zicht verdoezelde,” legt Bouma uit. “Er was een rust, een bijna intieme sfeer, die men zelden tegenkomt in een druk – soms overlopen – stadscentrum als dit.” Het was februari 2020, enkele weken voordat de pandemie de wereld in zijn greep zou krijgen. Het was alsof de stad al haar adem inhield voor wat komen ging. “En in deze totale stilte werd ik overvallen door een doordringend gevoel van melancholie, en alle ruis leek verdwenen. Het was alsof ik een vacuüm was binnengetreden, zonder plaats en tijd – dat zoete moment net voor 8 uur ‘s ochtends wanneer de stad ontwaakt – en ik kon genieten van het zeldzame voorrecht om ergens alleen te zijn.”

Elke inwoner of bekende van Amsterdam weet goed hoe de constante stroom van prikkels de kenmerkende eigenschappen van de stad kan vertroebelen: van de met keien geplaveide bruggetjes en diverse gevels, tot de pittoreske kades en smalle steegjes. “Momenten zoals die ochtend zijn vluchtig. Wanneer de stad ontwaakt, lost het gevoel van magie op. Dat is meestal het moment waarop ik vertrek.” Geïnspireerd door wat hij had gezien, begon Bouma diezelfde omstandigheden die hij in de vroege uren had meegemaakt, na te jagen, waarbij hij nauwgezet het weer in de gaten hield. Dit leidde uiteindelijk tot het ontstaan van een nieuw oeuvre: een stad gehuld in dichte mist, vastgelegd in een serene en betoverend mooie lichtval. Bouma voegt toe: “Ik beschouw mezelf meer als een natuurfotograaf dan als een stad- of straatfotograaf. Die prachtige lichtstralen die door de mist heen breken, doen denken aan taferelen in beukenbossen of heidevelden, en die zijn ook in steden te vinden. Deze zonnestralen – of ‘zonnesnaren’, zoals we ze in Nederland noemen – zijn een van mijn favoriete natuurelementen om mee te werken. Je moet alleen weten hoe je ze moet vastleggen.”

“Ik geniet van dat zeldzame voorrecht om ergens alleen te zijn en die magische momenten van schoonheid te vinden om vast te leggen. Het verandert je relatie tot een stad.”

Naar eigen zeggen vergt dat doorzettingsvermogen. Een stad gehuld in perfect licht of mist presenteert zich niet zomaar uit het niets. Het vergt tijd en toewijding – zowel bij zonsopgang als bij zonsondergang. Ook een zekere rusteloosheid. “Sommige mensen zien een zekere somberheid in mijn werk, maar ik zie het anders. Als fotograaf vind ik troost in het vastleggen van scènes bij zonsopgang en zonsondergang. Er zit een zachte geruststelling in deze repetitieve momenten, die laten zien dat het leven cyclisch is en er altijd weer een nieuwe dageraad komt. Dit dagelijkse ritme stelt me gerust, omdat het me eraan herinnert dat, hoewel de scènes die ik vastleg kortstondig zijn, de stad zich steeds vernieuwt, waarbij vertrouwde bezienswaardigheden in een fris, gloeiend licht worden geworpen.”

In elke foto balanceert Bouma vakkundig verschillende elementen – sommige zorgvuldig geënsceneerd, andere spontaan vastgelegd. Hij verweeft licht en schaduw, een toevallig opgevangen eenzame figuur, de wonderen van 18e-eeuwse Amsterdamse architectuur, ganzen die in perfecte V-formatie vliegen, de zon die schittert in de reflectie van een raam, de geometrische lijnen van tramrails. Elk frame belichaamt de ingewikkelde dans van deze componenten en weerspiegelt een nostalgische ziel achter de lens. “Er is geen twijfel dat, terwijl ik door het stadscentrum dwaal, ik geboeid ben door de lagen van vroegere levens waarop deze stad is gebouwd,” verklaart hij. Het is echter niet alleen in grootse decors of langs mistige kades dat zijn gedachten over zijn medebewoners opkomen. “Diezelfde fascinatie grijpt me als ik iemand in gedachten verzonken zie, of tegen een bushalte geleund. Welke verhalen schuilen erachter?” vraagt hij zich af.

Die prachtige lichtstralen die door mist heen prikken en doen denken aan scènes in beukenbossen of heidevelden, zijn ook aanwezig in steden, als je weet hoe je ze moet vastleggen. Deze ‘zonneharpen’, zoals we ze in Nederland noemen, zijn een van mijn favoriete natuurelementen om mee te werken.”

De menselijke aanwezigheid is zelfs voelbaar in de stilte van een verlaten bushalte of metrostation. De lens van de fotograaf vangt deze alledaagse scènes: het versleten bankje, het zwak verlichte perron. Hoewel nu leeg, dragen deze ruimtes subtiel de afdruk van degenen die erdoorheen zijn gekomen. Zijn foto’s onthullen onzichtbare sporen van menselijkheid, waardoor deze schijnbaar alledaagse plekken resoneren met de echo’s van ontelbare momenten. “Ik heb ooit dit moment vastgelegd, toen ik uit de metro kwam, van een gestage stroom forenzen die uit dezelfde ingang stroomde, elk met de ogen strak vooruit, alsof ze door een onzichtbare magneet naar een gemeenschappelijke bestemming werden getrokken. Ik was gefascineerd door de eenheid in beweging en de gedeelde richting te midden van de diversiteit aan verhalen die voor me voorbijtrokken.”

Na verloop van tijd merkte hij dat bepaalde patronen en motieven vanzelf in zijn werk begonnen op te duiken. Knipperende neonlichten in ondergrondse metro’s, de tijdloze elegantie van een goedgeklede oudere heer, of een bepaalde tint groen die zijn aandacht trok – deze elementen hebben zich bijna onbewust in zijn foto’s verweven. Naarmate zijn oeuvre zich blijft ontwikkelen en uitbreiden, is het intrigerend om te zien hoe deze terugkerende thema’s geleidelijk een onderscheidende signatuur vormen.

“Erkenning doet me veel plezier, vooral omdat ik soms bang was dat mijn stijl als een gimmick zou worden gezien of dat ik me een bedrieger voelde, aangezien ik autodidact ben.”

Bouma’s scherpe oog is niet onopgemerkt gebleven. Toen hij zijn werk op verschillende platforms begon te delen, omarmde een toegewijde gemeenschap van liefhebbers al snel zijn unieke perspectief, waardoor hij de status van een moderne stadschronicler verwierf. “Het is zo’n vreugde om mijn stem te hebben gevonden door mijn werk. Tegenwoordig, wanneer Amsterdam gehuld is in mist, delen mensen hun foto’s en noemen het een ‘Gosse Bouma-ochtend’. Deze erkenning brengt me veel plezier, vooral omdat er tijden waren dat ik me zorgen maakte dat mijn stijl als een gimmick zou worden gezien of wanneer ik me een bedrieger voelde, omdat ik autodidact ben. Mijn enige doel is dat mensen door mijn lens kunnen genieten van de schoonheid van deze stad. Het is een enorme eer om in dezelfde adem genoemd te worden als pioniers als Jacob Olie. Toch zie ik mezelf meer als een doorgeefluik, een prisma dat de charme van de stad weerspiegelt, dan als een kunstenaar in de traditionele zin van het woord.”

Zijn woorden echoën die van een van de grootste straatfotografen aller tijden: Saul Leiter, een kunstenaar uit de jaren 1950 die bekend stond om zijn abstracte, schilderachtige beelden van de straten, architectuur en inwoners van New York. Hij heeft ooit de beroemde uitspraak gedaan dat hij in zijn werk geen filosofie heeft: “Ik heb een camera. Ik kijk in de camera en ik maak foto’s. Mijn foto’s zijn het kleinste onderdeel van mijn werk. Mijn foto’s zijn het kleinste deel van wat ik zie dat gefotografeerd zou kunnen worden. Het zijn fragmenten van eindeloze mogelijkheden.” Voor Bouma resoneert deze filosofie diep. Net als Leiter legt hij slechts fragmenten van de stad vast, maar in elk fragment schuilt een wereld van oneindige verhalen en schoonheid. Zijn vermogen om de essentie van Amsterdam te distilleren in meeslepende beelden nodigt kijkers uit om het bekende op nieuwe en diepgaande manieren te zien. Bouma’s werk weerspiegelt een diepe eerbied voor het verleden en het heden van de stad, een dialoog tussen gloed en somberheid, geschiedenis en moderniteit – een stad in een nieuw licht. TXT: Rolien Zonneveld

MOKUMO is hofleverancier van Amsterdam boeken met stadsfotografie, kunst, geschiedenis, restaurants, lokale makers en Amsterdamse onderwerpen.